by Harry Hugens
Share
Na 3 contracten een verplichte pauze van 5 jaar.
Het kabinet wil permanent tijdelijk werk sterk beperken. Na een reeks tijdelijke contracten bij een werkgever mag pas na vijf jaar weer met een nieuw tijdelijk contract worden gewerkt. Nu is die wachttijd een halfjaar en 1 dag. Deze lange onderbrekingstermijn gaat ook gelden voor uitzendkrachten die de werkgever inhuurt. Het kabinet hoopt dat tijdelijke werknemers hierdoor eerder een vaste baan krijgen. Dit blijkt uit een conceptbrief van minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Van Gennip wil de voornemens dit jaar omzetten in wetsvoorstellen. De minister kondigt aan dat ze de strijd tegen draaideurconstructies opvoert ‘om zo het perspectief op een contract voor onbepaalde tijd voor werknemers te vergroten’. Nu mag iemand in drie jaar tijd maximaal drie tijdelijke contracten uitdienen. Wanneer na de wachttijd van 6 maanden en 1 dag een nieuwe reeks begint, is sprake van een ‘draaideurconstructie’. Die wil Van Gennip dus uitbannen met een wachttijd van 5 jaar.
Basiscontract
Het kabinet wil oproepkrachten meer zekerheid bieden. Oproepcontracten worden afgeschaft en vervangen door een ‘basiscontract’. Daarin komt het minimaal te werken aantal uren plus het inkomen te staan. Daarboven kunnen zij nog een maximaal aantal uren worden ingezet. Buiten de vooraf vastgestelde uren kunnen de werkers daarna een oproep om te komen werken weigeren.
Calamiteiten-WW
Als het aan Van Gennip ligt, komt er ook een nieuwe regeling voor bedrijven die door onvoorziene omstandigheden in de problemen raken. Als de hele onderneming ten minste 20 procent minder werk heeft, kan een beroep worden gedaan op de Werkloosheidswet WW. Dat gaat dan niet ten koste van de WW-rechten van werknemers. De regeling moet gaan gelden bij ‘kleinschalige calamiteiten’, maar ook bij ‘grotere crises zoals de Covid-19 pandemie’ en vervangt de huidige regeling voor werktijdverkorting (WTV).
Controle op verkapte loondienst
Nu het aantal zelfstandigen blijft groeien, wil het kabinet de controle op het werken als zzp’er versneld aanscherpen. De Belastingdienst gaat erop toezien dat de zelfstandige niet een verkapte werknemer is. Een uurtarief lager dan € 35 kan daar al op duiden. Tot nu toe gaf het kabinet aan dat de controle niet voor 2025 kon beginnen omdat deze te ingewikkeld was.
Sinds 2016 geldt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties, DBA, waarmee de Belastingdienst controleert of iemand daadwerkelijk zelfstandige is. Maar deze wet wordt sinds de invoering niet gehandhaafd, waardoor iedereen zich als zelfstandige kan vestigen. Voor de werkende is dat aantrekkelijk omdat hij als zzp’er minder belasting betaalt en voor de werkgever omdat zzp’ers goedkoper zijn dan werknemers. De rekening is voor de samenleving: er komen minder belastinginkomsten en verzekeringspremies binnen. Veel zzp’ers zijn namelijk niet verzekerd en bouwen geen pensioen op, waardoor zij zelf ook kwetsbaar zijn.
Minimum uurtarief
Het aantal zelfstandigen stijgt de laatste jaren sterk. Als gevolg van de krappe arbeidsmarkt kwamen veel werknemers in loondienst in de verleiding als zzp’er aan de slag te gaan, vaak bij dezelfde werkgever. Als zzp’er kunnen zij hun eigen tarief en rooster bepalen. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek werden 60 duizend werknemers vorig jaar zzp’er, vooral in tekortsectoren als de zorg. Daarmee komt het totaal aantal zelfstandigen zonder personeel uit op 1,2 miljoen. Dat is 13 procent van alle werkenden.
Het kabinet wil die groei afremmen, althans voor die gevallen waarin de zzp’er eigenlijk niet zelfstandig is. Dan zou het kunnen gaan om een pakketbezorger of maaltijdbezorger met één opdrachtgever of een verpleegkundige die slechts voor één instelling werkt. Wie instructies krijgt van de opdrachtgever of onder diens toezicht staat, kan eveneens niet worden aangeduid als zzp’er. Het kabinet wil ook een minimum uurtarief invoeren voor zzp’ers. ‘De tariefgrens hiervan wordt nog nader bepaald’, aldus Van Gennip. Ze denkt aan een tarief tussen € 30 en € 35. ‘Daarmee wordt de positie van werkenden met een zwakkere onderhandelingspositie versterkt.’
Bron: Volkskrant 9 maart 2023
In de modelovereenkomsten die zijn gebaseerd op vrije vervanging, staat dat de opdrachtnemer zich vrij mag laten vervangen en dat er daardoor geen sprake is van een dienstbetrekking. Maar de uitspraak van de Hoge Raad zegt nu dat er bij vrije vervanging wél sprake kan zijn van een dienstbetrekking.
Als een arbeidsrelatie wordt beëindigd zonder dat het UWV of de kantonrechter hierbij betrokken zijn, noemen we dat een ontslag met wederzijds goedvinden.
Het Kabinet wil de (on-)balans herstellen als het gaat om het werken met zelfstandigen en als zelfstandige.
Als u ook wil deelnemen aan het Actualiteitencollege Loonheffingen & Arbeidsrecht, schrijf u dan nu in.