by Harry Hugens
Share
De thuiswerkende grensarbeider blijft tot 1 juli 2023 verzekerd in het land waar hij normaliter zijn dienstbetrekking zou hebben uitgevoerd
Duitsland en Nederland en België en Nederland zijn voor grensarbeiders in loondienst tijdens de Coronacrisis overeengekomen dat de thuiswerkdagen mogen worden behandeld als dagen gewerkt in het land waar de werknemer onder normale omstandigheden zou hebben gewerkt. Dit beleid zou in eerste instantie eindigen op 1 juli 2022, maar alle lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben recent een overgangsperiode afgesproken die loopt tot en met 30 juni 2023.
Dit betekent dat de grensarbeider tot en met 30 juni 2023 binnen de EU kan thuiswerken zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn sociale verzekering. Dit overgangsbeleid geldt ook als de grensarbeider in deze periode voor het eerst gaat thuiswerken en geldt ook voor de grensarbeiders die in de EER of Zwitserland werken. De werkgever mag dus voor de (afdracht van de) sociale zekerheid blijven uitgaan van het land waar de grensarbeider normaliter zijn reguliere dienstbetrekking zou hebben uitgeoefend. Hoe de situatie er vanaf 1 juli 2023 gaat uitzien is nog niet bekend. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft aangegeven dat zij hierover op haar website gaat publiceren zodra er meer informatie hierover bekend is.
Tot slot
Dit overgangsrecht voor thuiswerkende grensarbeiders geldt niet voor de belastingplicht! Voor de belastingplicht van grensarbeiders gelden al vanaf 1 juli 2022 weer de normale aanwijsregels van de tussen de verdrag landen geldende belastingverdragen. De meeste belastingverdragen bepalen dat het werkland van de werknemer het recht heeft belasting te heffen over het loon dat de grensarbeider daar verdient.
Onder bepaalde voorwaarden moet een grensarbeider echter belasting betalen in het land waar hij woont. Dat is alleen van toepassing als wordt voldaan aan alle van de hierna genoemde voorwaarden van de zogenaamde 183-dagen regel:
- de werknemer verblijft binnen een tijdvak van 12 maanden niet langer dan 183 dagen in het (reguliere) werkland, en
- de werkgever die het loon betaalt, is niet gevestigd in het (thuis-)werkland van de grensarbeider en het loon wordt ook niet betaald door of namens een werkgever in het (thuis-)werkland, en
- het loon komt niet ten laste van de winst van een vaste inrichting van de werkgever in het (thuis-)werkland.
Als wordt voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden van de 183-dagen regel wordt dus het loon van de grensarbeider belast in het woonland. Als dit woonland buiten Nederland gelegen is, verliest de grensarbeider hierdoor belangrijke aftrekposten op zijn inkomen in Nederland, zoals bijvoorbeeld de hypotheekrente voor een eigen woning, bijzondere uitgaven bij ziekte en de alimentatiebetalingen.
Op 24 mei 2024 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over het recht op een loonkostenvoordeel (LKV) bij een overgang van een onderneming. De Hoge Raad heeft beslist dat het recht op LKV van de overdragende werkgever mee overgaat naar de overnemende werkgever.
Met ingang van 1 januari 2025 wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) afgeschaft, het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer afgebouwd en worden de criteria voor het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer verruimd.
Welke loonbelastingtabel u moet toepassen voor een werknemer, is dus afhankelijk van de fiscale woonplaats van die werknemer.
Het Kabinet wil de (on-)balans herstellen als het gaat om het werken met zelfstandigen en als zelfstandige.